Gran Canaria is een Canarisch Eiland dat ligt in de Atlantische Oceaan, voor de kust van Marokko. Het is het derde grootste eiland van de Canarische Eilanden, na Tenerife en Fuerteventura. Het eiland heeft een oppervlakte van 1.560 km2 en een kustlijn van 151 km. Er wonen ongeveer 865.000 mensen op het eiland, waarvan de hoofdstad Las Palmas de Gran Canaria is.
Gran Canaria is een van de oudste eilanden van de Canarische Eilanden. Het eiland is ontstaan uit vulkanische activiteit en is daarom bedekt met vulkanisch gesteente. Het eiland heeft een aantal beroemde vulkanen, waaronder de Roque Nublo, een monolithische rots die 80 meter boven het maaiveld uitsteekt.
Gran Canaria was een van de eerste eilanden die werd bewoond door de Canarische volkeren. De oudste bewoners van het eiland waren de Guanchen, een inheems volk dat verdween toen de Spanjaarden het eiland in de 15e eeuw veroverden. De Guanchen werden vervangen door kolonisten uit Spanje, Portugal en andere Europese landen.
Gran Canaria was een belangrijk strategisch punt in de Atlantische Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het eiland was een belangrijke uitvalsbasis voor de geallieerden en werd daarom aangevallen door de Duitsers. De bekendste aanval was de Slag om de Atlantische Oceaan, die plaatsvond in 1943.
Gran Canaria is een populaire toeristische bestemming, met meer dan 4 miljoen toeristen per jaar. Het eiland heeft een aantal mooie stranden, zoals de stranden van Maspalomas en Las Palmas. Het eiland heeft ook een aantal mooie natuurgebieden, zoals het Nationaal Park van Timanfaya.
Guanches
De Guanches zijn de oorspronkelijke bewoners van Gran Canaria. Ze leefden voornamelijk in grotten die ze gedeeltelijk ook zelf uithakten. Ze woonden ook in huisjes die ze maakten van gestapelde stenen. Het waren lange blonde mensen met een donkere huidskleur, en het is onduidelijk waar ze precies vandaan kwamen. Er zijn aanwijzingen dat ze afkomstig zijn van Noord-Afrikaanse Berberstammen. Hun nederzettingen concentreerden zich rond rivierlopen zoals bij het huidige Telde en Arguineguin. Hoewel de oorspronkelijke bewoners waarschijnlijk van het vaste land gekomen zijn, kenden de Guanchen geen schepen.
Ze verbouwden gerst en tarwe en ze hielden schapen, varkens en geiten, en ze gebruikten netten voor de visvangst. Ze maakten aardewerk, manden en bewerkten hout. Het gerst en graan werd gebruikt voor de bereiding van gofio, wat ook nog tegenwoordig één van de karakteristieke produkten is van de lokake keuken. Voor het vermaak deden ze aan stokvechten en worstelen (lucha Canaria), een sport die heden ten dage nog steeds beoefend wordt op Gran Canaria. Metaal kenden ze niet. Ze hadden een feodaal georganiseerde maatschappij. Het Gran Canaria bestond oorspronkelijk uit 10 koninkrijken, later werden deze samengevoegd tot 2 koninkrijken, Telde en Galdár. Het graan werd gemeenschappelijk beheerd.
Iedereen moest een deel afstaan voor de centrale opslag die diende als noodvoorraad voor tijden van droogte. De godsdienst van de Guanches draaide om de oppergod Alcorán. Net als in Egypte, werden de doden uit de hoogste sociale klasse gemummificeerd. De mummies werden rechtop in dodengrotten geplaatst. Aan de mummies werden geschenken meegegeven. Wil je meer weten over de geschiedenis en leefwijze van de Guanchen? Bezoek dan El Museo Canario in Las Palmas, of het openluchtmuseum in de buurt van Playa del Inglés in de Barranco de Fataga.
Spaanse bezetting
In 1483 werd Gran Canaria ingelijfd bij Spanje. De eerste veroveraars meerden in 1478 aan bij La Isleta onder bevel van Juan Rejón. Daar werd de de stad Ciudad Real de Las Palmas gesticht. De strijd met de Guanchen duurde 5 jaar totdat de inwoners van Galdár zich overgaven. Pedro de Vera werd gourverneur van het eiland. Gran Canaria kreeg van de Spaanse koning speciale belastingvrijstellingen om het eiland voor Spaanse kolonisten aantrekkelijk te maken om er zich te vestigen.
Deze bijzondere status herkennen we ook in de huidige Canarische Eilanden groep. Landbouwproducten en wijn werden belangrijke export artikelen. In de bloedige strijd tussen de Spanjaarden en de Guanchen zijn vele van de oorspronkelijke bewoners omgekomen. Bij verschillende veldslagen zijn naar schatting 20.000 Guanchen gedood. Een deel van de Guanches die zich niet wilden onderwerpen aan de Spaanse bezetters stortten zich van de rotsen bij Fortaleza Grande.
Nog meer mensen kwamen om door de besmettelijke ziekten die door de Spanjaarden werden meegenomen en velen werden tot slavernij gedwongen. In de latere periode vermengde de inheemse bevolking zich met de Spanjaarden en andere emigranten uit Portugal en Mallorca. Langzaam is de taal van Guanches verdwenen. De leefwijze van de huidige bevolking is erg Spaans georiënteerd.
Columbus
Toen Columbus in 1492 op weg was om een zeeroute naar India te zoeken, waarbij Amerika ontdekt werd, was Las Palmas zijn laatste stopplaats voor de grote reis. Hij kwam hier met drie schepen: Pinta, Niña en het beroemde admiraalsschip Santa Maria. Het beschadigde roer van de Pinta werd hier hersteld. Waarschijnlijk verbleef hij toen in Casa de Colón, het huidige Columbus museum in Las Palmas.
Dit was toen de residentie van de militante gouverneur van Gran Canaria. Colón is de Spaanse naam voor Columbus. Ook in 1493 en 1502 verbleef hij in Las Palmas. Ook tijdens zijn derde bezoek aan Gran Canaria logeerde hij bij de militaire gouverneur. na zijn eerste bezoek voer Columbus door naar la Gomera. Onderweg zag hij een uitbarsting van de vulkaan El Teide op Tenerife.
Na Columbus is de vulkaan nog ongeveer 200m gegroeid. Met zijn 3900m is El Teide de hoogste berg van Spanje. Op La Gomera ontmoette de ontdekkingsreiziger zijn vriendinnetje Beatriz de Bobadilla. Voor haar heeft hij La Gomera later nog vaker bezocht.
Piraterij
In de 16e en 17e eeuw waren de Canarische Eilanden een geliefd jachtgebied voor Engelse, Franse en Nederlandse piraten. De Franse zeerover Saintogne was in staat om in 1543 Las Palmas te bezetten. Bij zijn terugtocht nam hij drie volgeladen suikerschepen mee. Schepen gevuld met goud en zilver uit Amerika maakten vaak een tussenstop op de canarische eilanden voordat ze verder voeren naar Europa. Deze schepen waren een geliefd doelwit voor de zeerovers. De piraten gingen ook regelmatig aan land om plundertochten te houden.
Engelse aanval
Onder leiding van Sir Francis Drake deed Engeland in 1585 een aanval op Las Palmas. De Engelsen werden echter verslagen. De Engelse nederlaag wordt tegenwoordig nog steeds gevierd op 6 oktober op het schiereiland La Isleta bij Las Palmas.
Hollandse aanval
Aan het einde van de 14e eeuw was Nederland in oorlog met Spanje. De Hollander Pieter van der Does viel in 1599 met een enorme vloot van 74 schepen de hoofdstad Las Palmas aan. Met zijn 7000 soldaten wist hij de stad na een dagenlange strijd te veroveren. De Spanjaarden trokken zich terug en voerden vanuit de bergen een guerrillaoorlog. Ondertussen werd de stad compleet geplunderd door de Hollanders, zelfs de klok van de Santa Ana Kathedraal werd in een van de schepen geladen.
De Manschappen van Van der Does trokken landinwaarts, maar werden door de Spanjaarden in hinderlagen gelokt, waarbij veel slachtoffers vielen. Na een week besloten de Hollanders zich terug te trekken. Uit wraak werd de hele stad plat gebrand. Van de 7000 man kwamen er uiteindelijk 1440 om het leven.
Oorlogen
Er volgden nog talrijke oorlogen in de 17e en 18e eeuw. Engeland stuurde vele schepen naar de Canarische Eilanden. In 1657 werd de Engelse Admiraal Robert Blake verslagen in een poging om Santa Cruz bij Tenerife in te nemen. Ook in 1797 werd de Engelse vloot onder leiding van admiraal Horatio Nelson Verslagen. Nelson verloor zijn rechterarm toen hij door een kanon geraakt werd.
Zuid-Amerika
Lange tijd leefde Gran Canaria van de suikerriet teelt. Door de concurrentie werd het economisch minder aantrekkelijk en werd overgeschakeld naar wijnbouw. Nadat de vraag naar Canarische wijn afnam en de wijngaarden getroffen werden door meeldauw en Amerikaanse wijnluizen, zijn vele Canariërs verhuisd naar Zuid-Amerika.
Franco
De Spaanse burgeroorlog en de daarop volgende militaire dictatuur vind zijn oorsprong eigenlijk op de Canarische Eilanden. Uit vrees voor een militaire opstand werden generaals naar verre buitenposten gestuurd. Generaal Franscisco Franco werd naar Tenerife gestuurd. In 1936 smeedde hij daar een complot om de Spaanse regering omver te werpen.
Nadat een commandant in Las Palmas onder verdachte omstandigheden was doodgeschoten, ging Franco voor de begrafenis naar Las Palmas. Gando, de huidige luchthaven op Gran Canaria was destijds het enige vliegveld op de Canarische Eilanden. In het militaire hoofdkwartier in het San Telmo park in Las Palmas kondigde hij de opstand aan.
Met een Engels vliegtuig dat zogenaamd voor vakantiegangers was gereserveerd, vertrok hij naar Melilla aan de Noordkust van Marokko om de leiding van het Spaans-Afrikaanse elite corps over te nemen. Na de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) vorme Franco Spanje om tot een dictatoriale staat. Uiteindelijk regeerde hij Spanje 36 jaar lang tot hij in 1975 stierf.
Heden
Gran Canaria heeft zich van een landbouweiland ontwikkeld tot een toeristische trekpleister. De opening van het vliegveld van Gando in de jaren vijftig heeft het toerisme een enorme impuls gegeven. Nadat het toerisme in Las Palmas begon heeft het zich verplaats naar het voorheen lege zuiden.
Bij het uitgestrekte duinen gebied van Maspalomas ontstond uit het niets een stad die jaarlijks duizenden toeristen trekt uit heel Europa. In 30-40 jaar tijd verrezen hier vele hotels, appartementen en bungalowparken. En nog steeds worden er langs de kust nieuwe gebieden ontwikkeld.
Door zijn geïsoleerde ligging geniet Gran Canaria bepaalde belasting voordelen. Zo zijn er geen accijnzen op benzine, alcohol en sigaretten. Deze produkten zijn dan ook spotgoedkoop op de Canarische Eilanden.
Boek nu een vakantie naar Gran Canaria.